Bibi kwam bij mij via de kringloopwinkel. Onze kringloopwinkel zit in een verrassend grote loods in een achteraf hoekje van een klein dorpje. Het is zo'n twintig minuten fietsen van mijn huis. Ik mag er graag spullen heen brengen en even tussen het servies neuzen. Net als voor poppen, heb ik een zwak voor servies. Wie weet vertel ik daar later nog eens over.
Ze lag in de hoek met het speelgoed. De kast waar de poppen in liggen kan ik precies zien als ik naar de uitgang loop. Op de heenweg wordt hij aan mijn zicht onttrokken. Ze lag in de middelste bak en ze trok direct mijn aandacht. Ik pakte haar en ik kon niet om haar ontbrekende arm heen. Ik voelde een kleine steek in mijn hart. Zo hoefde niemand haar meer, en zou ze haar dagen in deze kast slijten, tot een van de medewerkers haar vond en haar weg zou gooien. Driftig begon ik te zoeken. Wie weet had ik geluk en lag de ontbrekende arm er nog. Niet in de bak waar ze in lag, niet in de bak eronder. Ik gaf niet op. Ik had een kruk nodig, of mijn liefhebbende echtgenoot, hij is een kop groter dan ik. Hij vond de arm gelukkig in de bovenste bak.
Bij de kassa moest de medewerker lachen om mijn vondst en mijn blijdschap dat ze toch compleet was. In de auto haalde ik haar uit de tas en bekeek de schade. Het bleek niet ernstig. Toen ze bij lag te komen op het wasrek van haar kleine operatie en grote avontuur in de was, kreeg ze van mijn zoon de naam Bibi.
-X- Wendy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten