dinsdag 25 juli 2017

Bibi

Bibi kwam bij mij via de kringloopwinkel. Onze kringloopwinkel zit in een verrassend grote loods in een achteraf hoekje van een klein dorpje. Het is zo'n twintig minuten fietsen van mijn huis. Ik mag er graag spullen heen brengen en even tussen het servies neuzen. Net als voor poppen, heb ik een zwak voor servies. Wie weet vertel ik daar later nog eens over.

Ze lag in de hoek met het speelgoed. De kast waar de poppen in liggen kan ik precies zien als ik naar de uitgang loop. Op de heenweg wordt hij aan mijn zicht onttrokken. Ze lag in de middelste bak en ze trok direct mijn aandacht. Ik pakte haar en ik kon niet om haar ontbrekende arm heen. Ik voelde een kleine steek in mijn hart. Zo hoefde niemand haar meer, en zou ze haar dagen in deze kast slijten, tot een van de medewerkers haar vond en haar weg zou gooien. Driftig begon ik te zoeken. Wie weet had ik geluk en lag de ontbrekende arm er nog. Niet in de bak waar ze in lag, niet in de bak eronder. Ik gaf niet op. Ik had een kruk nodig, of mijn liefhebbende echtgenoot, hij is een kop groter dan ik. Hij vond de arm gelukkig in de bovenste bak.

Bij de kassa moest de medewerker lachen om mijn vondst en mijn blijdschap dat ze toch compleet was. In de auto haalde ik haar uit de tas en bekeek de schade. Het bleek niet ernstig. Toen ze bij lag te komen op het wasrek van haar kleine operatie en grote avontuur in de was, kreeg ze van mijn zoon de naam Bibi.

-X- Wendy

zondag 23 juli 2017

Poppen en ik.

Als kind was ik een hopeloze poppenmoeder. Ik had ze wel hoor, maar vaak lagen ze met z'n allen, gelukkig had ik er niet veel, in de poppenwieg te wachten tot ik tijd voor ze had. Ik had een doos vol poppenkleren. Een blauw jurkje en een witte nachtpon met snoepige kleine blauwe bloempjes waren mijn favoriet. Mijn oma breide graag en een aantal van haar poppentruien, -vesten, -mutsen en -capes heb ik nog steeds. Ik herinner me haar ook zo, altijd met een breiwerk in haar handen. Een echte oma met wit haar in een knot en een bloemetjes jurk.

Inmiddels, ben ik zelf moeder. Mijn grote trots is een jongens tweeling van 10 jaar oud. Denk hierbij aan Hielke en Sietse Klinkhamer. Waar mijn grote zwak voor poppen vandaan komt weet ik dus niet. Maar als volwassene kan ik heel moeilijk langs een pop lopen die verwaarloosd en alleen gelaten is. Zo'n pop waar duidelijk een poppenmoeder ooit veel van gehouden heeft, maar waar nu niemand meer naar omkijkt. Een beetje groezelig, soms is een kleine reparatie zelfs noodzakelijk, vrijwel altijd koud en zonder kleren.

Als we naar de kringloop/rommelmarkt/vrijmarkt gaan, kom ik bijna altijd wel met een pop thuis. Ik heb inmiddels een hele verzameling. Mijn man heeft me dringend verzocht om ze een nieuw thuis te geven. Ik maak ze schoon, grepareer ze en kleed ze weer aan. Mijn zoon geeft ze namen. Poppen die je hier tegenkomt, zijn poppen die al een heel leven achter de rug hebben, en nu opzoek zijn naar een nieuw thuis.

Mag er eentje bij jou wonen?

-X- Wendy

 Tijn een lieve stoere jongen. Tijn vond ik ooit bij een berg grofvuil aan de overkant van de straat. Poppen zijn bij mij nooit grofvuil en ...